zondag 20 maart 2011

Interview Quintis Ristie, Echte meisjes in de jungle

AMSTERDAM - Quintis Ristie (38) is acteur en presentator. Op 24 maart begint zijn tv-programma Echte meisjes in de Jungle.

Waar zou je willen zitten?
Ik zou weleens naar het Verre Oosten willen, vanwege de tradities en culturen. Maar ik ben er nog nooit geweest, ik ben niet zo'n reiziger en ook geen vakantiemens. Ik woon nu vijf jaar in Nederland en kwam hier pas in contact met een vakantiecultuur. In Suriname, waar ik vandaan kom, is het altijd vakantie.

Reis je graag?
Nee, ik heb vliegangst. Naarmate ik vaker in Nederland moest zijn, heb ik dat overwonnen. Ik heb zelfs de basiscursus voor piloot gevolgd, om er overheen te komen. Vliegangst wordt veroorzaakt door het feit dat je geen controle over het vliegtuig hebt. Het begint bij vreemde geluiden of bewegingen. Ik deed het in m'n broek als ik een koffiezetapparaat hoorde, of bij turbulentie. Als je weet dat het vliegtuig op zo'n moment door verschillende windstromen vliegt en welke handelingen de piloot dan verricht, is de angst voor het onbekende weg.

Voor je nieuwe programma, Echte meisjes in de jungle, ga je de Surinaamse binnenlanden in. Wat wilde je bereiken?
We hebben tien meisjes geselecteerd die in Nederland een luxe-leven leiden en die onbekend zijn met het primitieve leven van de jungle. Ze gaan terug naar de basics, ondervinden hoe andere, eenvoudige mensen leven. Voor die meisjes is het normaal om een krultang in hun bagage mee te nemen. Totdat ze erachter komen dat er in de jungle geen elektriciteit is. Of een flipperkast. Ze zeiden: 'Maar een flipperkast loopt toch niet op elektriciteit? Die loopt toch op een muntje?'

Wat hebben ze daarvan geleerd?
Ze werden heel inventief. Ze zagen: hee, een krultang heeft geen zin, maar wilden toch hun haar krullen. Dus draaiden ze hun natte haar rond takjes. Door de tropische zon werd het snel droog én gekruld. Ze hebben geleerd het leven van het land en de natuur te respecteren. Dat leidde tot hilarische en leerrijke situaties. Ze moesten ook eten van het land, hun eigen maaltje bereiden. Eerst denk je: laat maar zitten, maar na vier dagen krijg je toch echt honger en overlevingsdrang. Zo hebben ze leren vissen.

En jij kon dat allemaal al?
Ja, het is een van mijn hobby's om het Surinaamse binnenland in te gaan om tot rust te komen. Ik ben er opgegroeid, mijn grootouders komen er vandaan. Ik kan me nog goed herinneren hoe mijn opa ons meenam naar de kostgrondjes, waarop hij fruit en groente kweekte. We werden om drie uur 's ochtends wakker gemaakt, kregen thee en cassavebrood en gingen met hem mee. Hij zei dat het om de hoek was, en dat was het drie uur lopen. Als we er waren, scheen de zon. Ik heb mijn voet eens helemaal open gehaald aan een boomstronk. Opa trok een stuk schors van een medicinale boom en plakte dat onder mijn voet. Dat brandde! Maar na vijf minuten was de pijn weg en na tien minuten liep ik tien keer sneller door het bos dan hij.

Mis je Suriname?
Als ik zeg dat het niet zo is, nemen sommige mensen me dat kwalijk. Maar dat is wel zo. Ik mis het niet. Als iemand iets mist, getuigt dat van een gebrek aan creativiteit en fantasie, vind ik. De jungle mis ik, ja. Maar er zijn alternatieven. Je kunt ook niets doen tegen het Nederlandse weer. Maar ik vind die vier seizoenen juist prachtig. Ik had mijn hele leven nog nooit kale bomen gezien, of groene blaadjes die geel en rood worden. Herfstbladeren en sneeuw - schitterend. Ik zou er het liefst doorheen rollen. Niets is zo mooi als een boom die jonge spruitjes krijgt.

Waar zou je nooit meer naartoe willen?
Naar een plek waar geen sanitaire voorzieningen zijn. Ja, inderdaad, die zijn er in de jungle ook niet. Nou, oké, omdat je me tot een uitspraak dwingt: naar een plek in Suriname waarvan ik de naam liever niet noem. Je moet weten: ik ben soldaat geweest en ik heb de oorlog meegemaakt, sommige plekken hebben daarmee te maken. Ik word daar liever niet meer aan herinnerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten